De Rotterdamse Wandelsportvereniging

In de jaren 40

Uiteraard staan de jaren 40 voor een groot deel in het teken van de Tweede Wereld oorlog. Eind 1939 zijn de heren van Dijk (secretaris) en v/d Meulen (penningmeester) gemobiliseerd, waarna Bert van der Valk en Lex de Leeuw van Weenen als plaatsvervangend secretaris en penningmeester optreden. In de Wandelsportbode komt een speciale rubriek: “Mobilia” met nieuws van de gemobiliceerde R.W.V.-ers, die zich vaar stierlijk vervelen.

1940


Op de jaarvergadering van 1940 wordt Bert van der Valk definitief secretaris. Lex de Leeuw van Weenen wordt redacteur en Rie Phernambucq wordt penningmeesteresse. Voorzitter is al sinds 1935 G.de Bruin. De vereniging telt 78 leden. De contributie bedraagt 5 gulden (€ 2,25) per jaar, eventueel te betalen in 5 termijnen. De R.W.V. kent distriktkommissarissen voor Oost, Centrum, Noord, West, Zuid en Schiedam. Deze kommissarissen zijn vooral belast met het innen van de contributie.

Dat vergaderingen ook toen niet altijd even gezellig waren blijkt uit het verslag van de Zuid-Hollandse Wandelsport Bond: “Als men ooit nog eens een standbeeld opricht voor een wandelaar, dan moet men dit niet doen voor iemand die de wereld rond gesukkeld is, maar voor de onvergetelijke figuur, die meer dan honderd wandelsportvergaderingen heeft bijgewoond. Slechts bij deze gelegenheid kan men ondervinden wat uithoudingsvermogen wil zeggen.”

Omdat ook de leiding van de Vierdaagse is gemobiliseerd, wordt de Vierdaagse afgelast. In plaats daarvan worden er plannen gemaakt om een boot af te huren en 6 dagen in R.W.V.-verband te gaan varen, vissen, en wandelen. Ook dit wordt echter afgelast. Het zijn verwarrende tijden, want in april 1940 komt het bericht dat de Vierdaagse toch door gaat. Op 28 april wordt deel genomen aan de jubileummarsen van de PTG in Den Haag. Uit het verslag daarover: “De rust in het Zuiderpark liet lang op zich wachten en toen ze er eenmaal was, bleken diverse veelgevraagde consumpties niet meer voorradig. In de keuken waarheen de wandelgemeenschap al spoedig was opgerukt, bleek zelfs een meningsverschil tussen vader, moeder en dochter te zijn ontstaan. En wat ons betreft hadden we het graag voor de dochter opgenomen, als we niet veel te veel in beslag genomen waren met de verovering van een consumptie.”

Bombardement op Rotterdam

Ondanks het bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940 verschijnt er op 23 mei volgens planning weer een Wandelsportbode. Deze bestaat uit één blaadje: een uitnodiging voor een ontmoetingsbijeenkomst op 2 juni, om orde op zaken te stellen. Op deze vergadering zijn maar liefst 50 leden aanwezig. Verschillende hadden hun bezittingen verloren en één lid, Maurits de Haas, was om het leven gekomen. Leden die alles zijn kwijtgeraakt kunnen ontheffing van contributie krijgen. Er wordt een inzameling gehouden om de getroffen leden weer aan een wandelplunje te helpen. Ook de Haagsche Vierdaagse levert hiervoor een bijdrage. Vele wandeltochten worden afgelast. Men spreekt af zo spoedig mogelijk weer te gaan wandelen, maar voorzichtig te beginnen met kortere afstanden. De Wandelsportbode verschijnt in juni en juli enkele malen zonder de groene omslag. De 11 leden die gemobiliseerd waren brengen het er allemaal goed af. Op 9 juni 1940 wordt alweer de eerste trainingstocht gehouden over 20 km en op 22 juni doet men alweer mee aan de Nationale Wandeltochten in Den Haag, georganiseerd door de Haagse Vierdaagse. Deze tocht werd gehouden over 30 km en is bedoeld voor “niet ten volle getrainde personen van 16 jaar en ouder”. Op 6 juli organiseert de LAT haar eerste nachttocht (over 70 km). Eind juli verschijnt de Wandelsportbode weer in de groene omslag, maar het aantal pagina’s blijft onder oorlogsomstandigheden beperkt. In augustus wordt deelgenomen aan de Nijmeegse Nood-Vierdaagse. Men krijgt toestemming om de eerste drie dagen in Rotterdam te wandelen (15, 20 en 25 km) en de vierde dag in Nijmegen (30 km), De 15 en 20 km worden op donderdag- en vrijdagavond gewandeld. De 25 km op zaterdag en de 30 km in Nijmegen overdag op de zondag.

Tijdens de winter van 1940 organiseert het R.W.V.-bestuur danslessen voor haar leden. Daarnaast worden er (kortere) trainingstochten georganiseerd, waarbij geadviseerd wordt niet in clubtenue te lopen. “Immers, deze laatste tochten worden niet in groepsverband gelopen, en we leggen er geen eer mee in als het publiek bemerkt dat de R.W.V. in wanorde door de straten gaat.

1941, 12½ jarig bestaan, wandeltochten verboden


Op 1 en 2 maart 1941 worden jubileummarsen georganiseerd ter gelegenheid van het 12½ jarig bestaan van R.W.V. In de tweede helft van 1941 wordt de papierschaarste een steeds groter probleem. Eind juli wordt besloten de Wandelsportbode niet tweewekelijks maar driewekelijks te laten verschijnen. Na 15 september 1941 mogen helemaal geen clubbladen meer gedrukt of gestencild worden. De Wandelsportbode verschijnt daarna nog in zeer vereenvoudigde vorm; Een veertiendaags mededelingenblad, bestaande uit een (half) velletje papier, met alleen de hoogst nodige mededelingen. In november 1941 neemt Bert van der Valk, naast het secretariaat, ook de redactie van de Wandelsportbode op zich. Door een uitgevaardigd wandelverbod mag de R.W.V. geen tochten meer organiseren. Officieel doet ze dat ook niet meer, maar ze is haar leden wel behulpzaam bij het op ‘eigen initiatief’ maken van wandelingen. De leden wordt geadviseerd met hooguit 4 of 5 personen tezamen te wandelen. Voortaan worden tochten alsvolgd aangekondigd: “om 10 uur zijn parcoursen verkrijgbaar voor een 25 kilometer wandeling”.

1943


In 1943 en 1944 blijft de Wandelsportbode in zeer eenvoudige vorm uitkomen: slechts een half blaadje met informatie over komende trainingstochten en enkele officiële mededelingen.

1944, R.Koopmans gefussilleerd

Op 30 augustus 1944 wordt R.W.V.-er R.Koopmans gefussilleerd. Eind 1944 worden de clubwandeltochten alsmede de Najaarsmarsen afgelast. Tussen 21 september 1944 en 5 januari 1945 komen er geen Wandelsportbodes uit.

1945, nieuwe start

Volgens de uitgave van 5 januari 1945 van de Wandelsportbode zal de vereniging in slapende toestand blijven voortbestaan en bij het eerste teken van herleving om zich heen ook weer gaan leven. Aan deze slapende toestand komt op 2 juli 1945 een einde door het verschijnen van een nieuwe Wandelsportbode, de eerste na de oorlog. De eerste trainingstocht wordt gepland op 22 juli 1945. Een reünie wordt op 8 juli gehouden. In december 1945 vindt een kleine bestuursverandering plaats. Dhr. A. van Agthoven neemt de voorzittershamer over van Jo Vaandrager. Rie Spanjer-Phernambuck blijft penningmeesteresse en Bert van der Valk blijft secretaris.

1946

In 1946 worden de dames-leden verzocht om in eigen of anders moeders lappendoos op zoek te gaan naar witte en groene lapjes om emblemen te maken. Enige dames slaan aan het werk en vervaardigen een flink aantal emblemen. De 100 km-tocht trekt 56 deelnemers.

1947


In januari 1947 verandert het bestuur flink. Voorzitter wordt, na een onderbreking van vele jaren, weer G. de Bruyn en secretaris wordt A. van Dijk. Bert van der Valk die gedurende de gehele oorlog secretaris is geweest wordt nu penningmeester. J. Mosterdijk wordt redacteur. Het volgende relaas over de Victoria Paaswandeltocht (april 1947) geeft een goed beeld van de wandelsport in die tijd: “Onze leden die de Victoria Paaswandeltocht hebben meegewandeld zal het verbazen te horen, dat de R.W.V. een prijs uit het vuur heeft weten te sleuren. Toch is dit inderdaad zo, en er is dus alle reden tot juichen. Maar wel moeten we u verzoeken Uw vreugdekreten niet te luid te slaken. Want het is ………de 11e prijs. Een bewijs dat Victoria niet alleen vrijgevig is met biscuits maar ook met extra prijzen. Welgeteld is er door de organiserende vereniging 33 extra prijzen beschikbaar gesteld! In de categorie waarin de R.W.V. ‘meestreed’ drongen 131 verenigingen mee, zodat een 11e prijs eigenlijk niet eens zo’n grote schande is. Gerekend naar onze eigen povere prestaties moet de laagst geklasseerde groep van de 131 niet zo erg best gewandeld hebben”.

De Rond-Rotterdammars is in 1947 een groot succes met maar liefst 1000 deelnemers. R.W.V.-er Piet de Groot blinkt vooral uit op de lange afstand: hij komt als eerste binnen op de 200 km lange wandeltocht Enschede-Delft. De eerste prijs gaat aan zijn neus voorbij, want die is voor de eerste Delftenaar. De Wandelsportbode vermeld een goed middel tegen krakende schoenen: “Men smere zijn schoenen, wanneer het onderdompelen in water niet helpt, met petroleum in en houde hierbij een brandende lucifer. U zult verbaasd staan van het resultaat.”

Ook in 1947 ontstaat enige beroering in de R.W.V. vanwege onsportief gedrag op de Vierdaagse en vanwege het hoge percentage uitvallers (12%) onder de deelnemende R.W.V. leden. Secretaris A.van Dijk verlaat in augstus het bestuur en wordt opgevolgd door J. Monsterdijk, die daarnaast redacteur blijft. R.W.V.ster Rie Herrijgers staat in 1947 speciaal in de belangstelling. Zij ontvangt het gouden Vierdaagse kruis en loopt de 100 km clandestien met de krijters mee (deelname was voor dames toen nog verboden). De 100 km telt dat jaar 102 deelnemers. Door een misverstand kwam men 10 parcoursbeschrijvingen te kort. Hoe dat toen werd opgelost? De voorzitter (G. de Bruyn) opende een schooltje en hij dicteerde rustig een aantal leden het parcours. Onder protesten van ‘te vlug’ en ‘we krijgen schrijfkramp’ werden snel de nodige parcoursen bijgeschreven, die per motor van de EHBO-commandant de deelnemers werden nagebracht.

Eerste na-oorlogse Brussel-Rotterdammars

In 1947 vond ook de eerste na-oorlogse Brussel-Rotterdammars plaats. Drie van de 36 deelnemers moesten nabij Breda stoppen. Het waren leden van de Roosendaalse wandelclub die volgens het Parool van maandag 6 october 1947, onvoldoende hadden getraind. Daarnaast meldt men dat er 2 Franse deelnemers waren die de tocht in goede conditie volbrachten. Een Fransman heeft de Vierdaagse zelfs al 11 maal gelopen.

1948, 20 jarig bestaan

Binnen de R.W.V. begint er ook aandacht te komen voor het snelwandelen. Omdat de R.W.V. nog niet bij de KNAU is aangesloten kunnen R.W.V.-ers in wedstrijden niet voor R.W.V. uitkomen. Daarom wordt meestal uitgekomen voor Pro Patria (PP, tegenwoordig PAC). In 1948 wint Piet Engelman een 10 km in 51.42, Jo van Baarle wordt 3e in 56.46. In 1948 vinden een paar keer bestuurswisselingen plaats, die tot gevolg hadden dat Bert van der Valk weer secretaris wordt en J. Leer penningmeester/redacteur. G. de Bruyn blijf voorzitter. Ook in 1948 volbrengt Piet de Groot als enige R.W.V.-er de 200 km lange wandeltocht Enschede-Delft (27 deelnemers). Gré Dijkmanbehaalt in 1948 haar gouden Vierdaagsekruis. De uurwedstrijd van Pro Partia woordt door AAF/Lat-man Antoon Kluyskens gewonnen, gevolgd door de PP/RWV-ers Piet Engelman en Jo van Baarle, die 10,8 km liep. Tegelijkertijd organiseerde de R.W.V. prestatietochten over 10 km. In 1948 vierde men natuurlijk het 20 jarig bestaan met een feestavond.

1949, 3 dames lopen clandestien 84 km-tocht

In 1949 liepen er ondanks het bestaande verbod drie dames mee op de 84-km tocht.